Wat verandert er in 2021?

 In Wijzigingen

Het jaar 2020 is alweer bijna voorbij en 2021 staat voor de deur. Naast goede hoop dat 2021 een beter jaar wordt dan 2020, brengt dit ook weer wat wijzigingen met zich mee. Deze wijzigingen kun je in het onderstaande artikel lezen.

 

Hogere bijtelling elektrische auto

In 2021 gaat de bijtelling voor een elektrische auto naar 12% over de eerste €40.000 van de cataloguswaarde. Als de auto duurder is, geldt over het meerdere het normale bijtellingspercentage van 22%. In 2022 gaat de bijtelling nog verder omhoog, namelijk naar 18% over de eerste €40.000. Vanaf 2023 is er geen verschil meer tussen de bijtelling voor elektrische auto’s en auto’s die fossiele brandstof moeten tanken.

Voor een waterstofauto, of een elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen, geldt de lagere bijtelling wel over de gehele catalogusprijs. De voorwaarde hiervan is dat de auto voldoet aan de definitie die in 2020 geldt voor de milieu-investeringsaftrek. Zo mag het accupakket geen lood bevatten en moeten de zonnepanelen een vermogen hebben van ten minste 1 kilowattpiek.

 

Fiets van de zaak

In 2020 en 2021 heeft een fiets van de zaak een bijtelling, net zoals dat ook bij een auto van de zaak gebruikelijk is. De bijtelling voor een fiets van de zaak bedraagt 7% van de consumentenprijs van de bedrijfsfiets. Wat voor soort fiets dit is maakt niet uit; van bakfiets tot racefiets. De kosten van verzekering en onderhoud zijn voor de werkgever.

 

Vrije ruimte WKR iets omlaag

In de werkkostenregeling (WKR) bestaat in 2020 een vrije ruimte van 3% van de eerste €400.000,00 van de totale loonsom voor het doen van verstrekkingen en vergoedingen. Dat percentage wordt per 1 januari 2021 weer verlaagd naar 1,7%. Daarnaast wordt de vrije ruimte over het gedeelte van de loonsom dat boven de €400.000 uitstijgt, verlaagd van 1,2% naar 1,18%. Het geld dat de overheid hiermee bespaart, wordt ingezet voor de verruiming van de gerichte vrijstelling voor scholingskosten.

 

Fiscale maatregelen

In 2021 wordt het belastingtarief in de eerste schijf met 0,25%-punt verlaagd naar 37,10%. De eerste schijf loopt in het huidige belastingstelsel door tot een inkomen van €68.507. Verder wordt de arbeidskorting verhoogd: €179 bij een belastbaar inkomen van ongeveer €10.000, €184 bij een belastbaar inkomen van ongeveer €22.000 en €324 hoger bij een belastbaar inkomen van ongeveer €35.500. Hierdoor houden werknemers netto meer geld over.

Verder stijgen de pensioenpremies voor werknemers naar 6,8% en de zorgpremies van €1.414,00 naar €1.473,00 per jaar. De inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet gaat omhoog van 6,7% naar 7,0%.

 

Transitievergoeding

Voor de transitievergoeding geldt in 2021 een wettelijk maximum van € 84.000. Wanneer de werknemer een jaarsalaris heeft van meer dan € 84.000, dan bedraagt de maximale transitievergoeding een jaarsalaris. Dit maximum geldt ongeacht de uitkomst van berekeningsformule.

Per 2021 kunnen kleine werkgevers die hun onderneming stoppen vanwege pensionering of overlijden, compensatie krijgen voor de transitievergoeding die zij dan aan hun personeel moeten betalen.

 

Uitbreiding betaald ouderschapsverlof

Na eerdere uitbreiding van het verlof voor partners naar vijf dagen direct na de geboorte op 1 januari 2019, en vijf weken in het eerste half jaar sinds 1 juli 2020, neemt het kabinet nog een derde stap: het kabinet voert 9 weken deels betaald ouderschapsverlof in.

In deze negen weken hebben ouders recht op een uitkering tot 50% van het maximum dagloon. De maatregel zal per augustus 2022 ingaan.

 

Urenaanbod oproepkrachten

Werkgevers zijn verplicht om oproepkrachten na 12 maanden een aanbod te doen voor een vaste arbeidsomvang. Die arbeidsomvang moet minimaal de gemiddelde arbeidsomvang in de laatste 12 maanden zijn. Het aanbod moet binnen een maand na afloop van de 12 maanden worden gedaan.

Deze wettelijke regeling wordt op 1 juli 2021 aangepast. Er komt een uiterlijke ingangsdatum van het aanbod: twee maanden nadat de arbeidsovereenkomst 12 maanden heeft geduurd. Dus uiterlijk per de eerste dag van de 15e maand moeten de vaste uren ingaan. Ook de termijn waarbinnen het aanbod kan worden aanvaard wijzigt, die wordt één maand (het was minimaal een maand).

Wij helpen je graag met het opstellen van deze brief.

 

AOW leeftijd

In 2021 zal de AOW-gerechtigde leeftijd (net als dit jaar) 66 jaar en vier maanden bedragen. Daarna wordt de AOW-gerechtigde leeftijd verhoogd naar 66 jaar en zeven maanden in 2022, 66 jaar en tien maanden in 2023 en 67 jaar in 2024 en 2025.

 

Vaste reiskostenvergoeding omlaag door thuiswerken

Gedurende de coronacrisis mocht de werkgever in 2020 vaste reiskostenvergoedingen blijven geven op basis van het ‘oude’ werkpatroon, maar vanaf 2021 moeten de werkelijke kosten weer het uitgangspunt zijn voor de vergoedingen en verstrekkingen. Dit blijkt uit het Besluit noodmaatregelen coronacrisis. Het betekent dat veel werknemers lagere vergoedingen zullen ontvangen.

 

Bijzonder uitstel van betaling vanwege coronacrisis tot 1 april 2021

Ben je recent in financiële problemen gekomen door de coronacrisis, dan kun je tot 1 april 2021 voor de 1e keer bijzonder uitstel van betaling aanvragen. Dit doe je binnen een paar minuten met een online formulier. Daarmee vervalt de eerdere deadline van 1 januari 2021. Als je al eerder verlenging van het bijzonder uitstel hebt aangevraagd en gekregen, hoef je niets te doen. Het bijzonder uitstel geldt dan automatisch tot 1 april 2021.

Heb je eerder bijzonder uitstel van 3 maanden aangevraagd, dan heb je nu tot 1 april 2021 de tijd om het te verlengen. Dat gaat eenvoudig en snel met een online formulier. Kies je ervoor om het bijzonder uitstel van 3 maanden niet te verlengen, dan verwacht de Belastingdienst dat je na de laatste dag van het bijzonder uitstel de belasting weer op tijd betaalt.

 

NOW3

Het kabinet heeft ervoor gekozen om de NOW in het eerste kwartaal van 2021 niet af te bouwen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2020. De vergoedingspercentages van de NOW blijven gelijk aan het laatste kwartaal van 2020 net als de omzetdrempel.

Door het pakket niet af te bouwen, blijft het vergoedingspercentage in het tweede tijdvak van de NOW3 gelijk aan het vergoedingspercentage uit het eerste tijdvak van NOW 3. Dat betekent dat het maximale vergoedingspercentage 80% van de loonsom bedraagt in plaats van 70%. Daarnaast blijft de loonsomvrijstelling gelijk aan 10%. Ook wordt het minimale omzetverlies om voor de NOW in aanmerking te komen in het tweede tijdvak niet verhoogd naar 30%. Het minimale omzetverlies blijft 20%.

Voor de NOW 3.2 is de beoogde aanvraagperiode 15 februari 2021 tot en met 14 maart 2021. Voor de NOW 3.3 ligt de aanvraagperiode waarschijnlijk tussen 17 mei 2021 en 13 juni 2021.

Recommended Posts
Neem contact op

We reageren zo spoedig als mogelijk op uw vraag.