WAB – De ketenbepaling uitgelicht

 In Personeel

In ons eerdere bericht heb je kunnen lezen over de Wet Arbeid in Balans (WAB) en de wijzigingen die op 1 januari 2020 ingaan. Een belangrijk punt uit deze wet zijn de aanpassingen met betrekking tot de ketenbepaling. Wat de gevolgen hiervan voor jou kunnen zijn, verduidelijken we graag aan de hand van een aantal voorbeelden.

Ketenbepaling

Het is op dit moment nog mogelijk om aansluitend 3 arbeidsovereenkomsten in maximaal 2 jaar aan te gaan met werknemers, alvorens er sprake is van een vast dienstverband. Onder de WAB wordt deze ketenbepaling verruimd. Het is dan mogelijk om 3 arbeidsovereenkomsten in maximaal 3 jaar aan te gaan, alvorens er sprake is van een vast dienstverband. Het is mogelijk dat hier in cao’s van afgeweken wordt.

Er is met betrekking tot deze wijziging geen overgangsrecht van toepassing. De maatregel heeft dan ook een onmiddellijke werking vanaf 1 januari 2020. Als er onder de huidige wetgeving vóór 1 januari 2020 recht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaan, dan verandert de nieuwe wetgeving hier niets aan. Gebeurt dit echter na ingang van de nieuwe wetgeving, dan kan dit wel gevolgen hebben.

Voorbeelden

Tussen een werkgever en een werknemer bestaan de volgende arbeidsovereenkomsten:

1e arbeidsovereenkomst van 1 november 2017 tot 1 november 2018

2e arbeidsovereenkomst van 1 november 2018 tot 1 november 2019

De 2e arbeidsovereenkomst loopt af onder de huidige wetgeving. Indien deze arbeidsovereenkomst wordt verlengd, gaat het om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Indien de 3e overeenkomst pas ingaat op 1 januari 2020 (en er dus sprake is van een onderbreking van het dienstverband van 2 maanden) dan is het nieuwe recht van toepassing. Er kan dan nog een arbeidsovereenkomst voor 10 maanden worden aangegaan, alvorens er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

De 3e arbeidsovereenkomst kan geen 12 maanden meer duren, omdat de onderbreking tussen de 2e en de 3e arbeidsovereenkomst niet langer is dan 6 maanden. De periode van de onderbreking van het dienstverband telt daarom mee bij de berekening van de maximale termijn van 36 maanden.

 

Tussen een werkgever en een werknemer bestaan de volgende arbeidsovereenkomsten:

1e arbeidsovereenkomst van 1 maart 2018 tot 1 maart 2019

2e arbeidsovereenkomst van 1 maart 2019 tot 1 maart 2020

De 2e arbeidsovereenkomst loopt af onder de nieuwe wetgeving. Indien deze wordt verlengd, kan dit nog voor 12 maanden, alvorens er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

Indien de 2e arbeidsovereenkomst op 31 december 2018 eindigt en de volgende zou ingaan op 1 januari 2020, is eveneens het nieuwe recht van toepassing. Hierdoor is het mogelijk nog een overeenkomst voor 12 maanden aan te gaan, alvorens er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.

Recommended Posts
Neem contact op

We reageren zo spoedig als mogelijk op uw vraag.